Monday 13 October 2008

Pompoensoep, reisplannen, ambassades

De vlinder is even neergestreken. Hij heeft een kamer in onderhuur gevonden in de hofstad, prachtig gelegen nabij de grote ambassades, ingeklemd tussen het centrum en de Scheveningse bosjes. De kamer is deel van een antroposofisch studentenhuis – waarlijk, die bestaan – en is ruim, licht en hoog. Voor het brede balkon hangen smetteloos witte gordijnen, boven de schoorsteenmantel een handgeschreven gedicht van Schiller. De boekenkast is goed gevuld met werken van Rilke en Duitse vertalingen van Steinbeck. De keuken is eveneens ruim, en staat vol gezellige potjes gedroogde kruiden en zaden. Zijn charmante nieuwe huisgenotes hebben hem al de wekelijkse biologische markt laten zien, waar hij een prachtige pompoen op de kop getikt heeft. Onder het genot van een kom geurige pompoensoep leerden ze elkaar vervolgens beter kennen. Hij is hier pas enkele dagen, maar voelt zich nu reeds beter thuis dan hij in zijn Londense huis ooit gedaan heeft. Of verbeeldt hij zich dat maar? Hoe dan ook, het lot heeft hem toch maar weer naar een mooi nieuw plekje gebracht.

Zijn verblijf hier is evenwel slechts van tijdelijke aard. Over een maand of twee zal hij weer verder fladderen; verder zelfs dan hij in lange tijd geweest is. Zijn gedachten zijn dan ook voortdurend bij de naderende reis. Plannen veranderen, nog voor ze goed en wel gevormd zijn. Was hij aanvankelijk voornemens in december een treinreis naar China te ondernemen, klimatologische overwegingen hebben hem doen besluiten zijn reis te beginnen waar hij haar wilde eindigen: in Zuidoost Azië. Hij zal zijn reis beginnen in Thailand, om vervolgens een lus te maken door de Filippijnen, Indonesië, Maleisië en weer Thailand. Van daaruit wil hij over land, via Cambodja, Vietnam, China en Rusland, terugreizen naar Europa. Ongetwijfeld zullen deze plannen onderweg nog wel een paar keer veranderen, maar het raamwerk staat. De dikke gele moeder aller Lonely Planets, ‘Southeast Asia on a Shoestring’, bevindt zich voortdurend in zijn nabijheid. Ze blijft maar lonken. Gebaande backpackpaden of niet, voor hem is het een groot, nieuw avontuur.

En dan gebeurt het, tijdens een intensieve sessie online vliegtarieven vergelijken: hij boekt zijn ticket. De ellende wil dat de meeste enkele reizen bijna net zo duur zijn als retourtickets, dus wanneer hij plotseling oog in oog komt met een betaalbaar ticket van een Duitse budgetmaatschappij besluit hij om de teerling te werpen, en op de knop ‘betalen’ te drukken. Hoppa, gebeurd. IJs en weder dienende vliegt hij op donderdag 11 december van Düsseldorf naar het Thaise Chiang Mai, met overstappen in München en Bangkok. Het is definitief, de grote reis gaat er komen. Boeddhistische tempelcomplexen, rokende vulkanen, witte stranden met kokospalmen, knotsgekke miljoenensteden: binnenkort worden ze echt. De reisspanning maakt zich opeens volledig van hem meester. Adrenaline borrelt en klotst woest door zijn lijf. De Gunung Bromo is er niets bij.

Wanneer de adrenaline zo borrelt, dan is er maar één remedie. Hij heeft zijn hardloopschoenen weer uit het vet gehaald. Den Haag blijkt onverwacht gul. De Scheveningse bosjes doen niet onder voor het Amsterdamse bos. Ze verrassen met plotselinge heuveltjes en verstopte zandpaadjes, en verspreiden een zoete geur van nazomer. De zon schijnt speels door de eikenbladeren. Vandaag is een goede dag om de bank te overvallen, zo blijkt, want het plaatselijke politiecorps houdt zijn jaarlijkse hardloopwedstrijd. Even verderop, op een bankje bij een grote vijver, zitten twaalfjarige jongens te genieten van een stiekeme sigaret. Vogels zingen bescheiden. De bomen ademen zuurstof uit.

Madurodam blijkt nog steeds te bestaan, ziet hij tot zijn vreugde wanneer hij terugloopt richting stad. Een stukje verder komt parmantig een glimmende antieke koets langsrijden, gevolgd door een optocht van geüniformeerde ruiters – ook dat zie je niet in Amsterdam, laat staan in Groningen. Ambassadepersoneel loopt breeduit Frans sprekend de stoep bezet te houden, zinnenprikkelende parfumgeuren verspreidend. De langshuppende eksters trekken zich er weinig van aan. Voor het zonnebadende Vredespaleis wappert trots en naïef de blauwwitte VN-vlag, als ware de wereld een vreedzaam paradijs. Ook de politie is vol van vertrouwen, blijkens het feit dat ze hun post tegenover de Amerikaanse ambassade vandaag onbemand gelaten hebben. Kennelijk gingen ze ook liever een rondje hardlopen. Bij de ambassade van Koeweit valt vooral de kolossale schotel op – zo kan de ambassadeur ten minste genieten van de Arabische versie van Idols. Bij de Japanse ambassade werkt nog steeds dezelfde jongen als een paar jaar geleden, en hij maakt nog steeds hetzelfde dagelijkse blokje om. Hij doet alsof hij de hem passerende hardloper niet herkent, niet wetende wat hij zou moeten zeggen. Dat is insgelijks. Op de stoep liggen her en der eikeltjes. Heel langzaam wordt het herfst.

Hardlopen is leuk, maar er moet nog wel wat geld in het laatje komen voordat de grote reis begint. Helaas, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt cum laude afgestudeerd zijn, je talen spreken en lief glimlachen, als je geen aantoonbare ervaring hebt in het tappen van biertjes en het netjes dragen van een stapel borden – toch niet bepaald vaardigheden waarvoor heel veel speciaal talent vereist is, me dunkt – is het merendeel van de horecaondernemingen niet in je geïnteresseerd. Zij die dat in eerste instantie wel zijn, voornamelijk hippe koffietentjes, haken af als ze horen dat je slechts voor twee maanden beschikbaar bent (en eerlijk is eerlijk, daarin hebben ze misschien ook wel een beetje gelijk). Uitzendbureaus daarentegen lijken uit te puilen van de weinig tot de verbeelding sprekende administratieve functies waarvoor je MBO-zus of MEAO-zo afgerond moet hebben. Nu heeft hij er totaal geen bezwaar tegen om een tijdje ‘onder zijn niveau’ te werken, maar hij heeft simpelweg niet de vereiste ervaring dan wel de vooropleiding om dergelijk werk te doen. Daar zit je dan met je mastertitel… Nog maar even verder zoeken dus, deze week. Concrete suggesties zijn in ieder geval welkom.

Gelukkig zijn er reisgidsen, pompoenen en hardloopschoenen. En gelukkig is hij in Den Haag, mooie stad achter de duinen, hem nieuw en gastvrij. De herfst is jong en vol beloftes.

Friday 3 October 2008

Bedankt

‘Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij,’ zo dichtte J.C. Bloem eens. Wat eenmaal was zal nooit meer zijn. Ik kan mij niet langer verschuilen achter het heerlijke excuus dat studie heet. In de woorden van Lennaert Nijgh, ‘ ’t is eindelijk een feit: ik weet ik ben volwassen, ik moet nu op gaan passen met werk en geld en tijd.’ Zo is het maar net. Mijn jeugd zit erop, de toekomst is heden geworden, en het maken van keuzes is niet meer het vrijblijvende spel dat het ooit was. Enfin, daar heb ik het reeds uitgebreid met u over gehad, en ik zal u niet nogmaals vermoeien met mijn existentialistische overpeinzingen. Maar nu mijn studietijd definitief tot het verleden behoort, en nu ik mijn 25e verjaardag gevierd heb en terug kan blikken op de afgelopen kwart eeuw, vind ik het tijd voor een woord van dank.

Dank aan de lieve vrienden en familie, die mij op vrijdag- of zaterdagavond gezelschap hielden en met mij mijn verjaardag vierden. Bedankt voor jullie mooie cadeaus, voor jullie financiële bijdragen aan mijn reis, voor jullie mooie woorden op de Tibetaanse gebedsslinger. Bedankt voor alle fijne gesprekken die we door de jaren heen gedeeld hebben. Bedankt dat jullie me hebben doen ervaren dat je weliswaar even uit het oog kunt zijn, maar daarmee nog niet uit het hart bent. Bedankt dat jullie zijn wie je bent. Dank ook aan hen die er helaas niet bij konden zijn, maar mij wel verblijd hebben met lieve berichtjes.

Dank aan alle onderwijzers, leraren en docenten die de afgelopen kwart eeuw met mij hun kennis, inzichten en fascinatie hebben willen delen – de een iets meer dan de ander. Dankzij jullie kan ik lezen en schrijven en rekenen, spreek ik vijf talen, ken ik de stelling van Pythagoras en het periodiek systeem van de elementen, ben ik bekend met Brecht en Shakespeare en Ionesco en Multatuli, ben ik nog altijd verliefd op het theater, heb ik de Japanse en de Westerse filosofie leren kennen, ben ik iets gaan begrijpen van het christendom en de islam, ben ik met mythen gaan spelen en erover gaan schrijven. Zonder jullie was ik niet geweest wie ik nu ben. Mijn dank is groot.

Dank aan alle muzikanten die mijn iPod bevolken, voor de troost en het plezier en de inspiratie die jullie muziek mij geeft en gegeven heeft. Dank aan alle kunstenaars en schrijvers wier werken mij geraakt hebben en aan het denken gezet hebben. Een speciaal woord van dank aan Jacques Brel, Boudewijn de Groot, Herman van Veen, Roger Waters, Yusuf Islam, Marc Chagall, Vincent van Gogh, Takeshi Kitano, Max Velthuijs, Roald Dahl, Haruki Murakami, Hermann Hesse, Dogen, Friedrich Nietzsche, Emmanuel Levinas, Jezus van Nazareth en natuurlijk alle dieren in de dierentuin van Emmen voor de jarenlange vriendschap.

Dank aan mijn trouwe wandelschoenen, die met mij onder meer de Vogezen, de Jura, Iwaki-san, Asahi-dake, de Utrechtse Heuvelrug, het Noord-Hollands Duinreservaat, Ihlara Valley, de Seven Sisters, het Lake District, de Wicklow Mountains en de kliffen van Finistère bedwongen hebben. Dank ook aan de Nederlandse Spoorwegen, die mij al die jaren van Amsterdam naar Leiden naar Groningen gebracht hebben. En dank aan de Nederlandse overheid voor het (deels) financieren van mijn opleiding.

Dank aan Ron Jans en aan alle spelers van FC Groningen voor de overwinning op Feyenoord en voor het behalen van de koppositie. Het was een mooi verjaardagscadeau, en mijn groenwitte hart klopt trots. Veel succes verder, dit seizoen.

Dank aan God, wie of wat of waar je ook bent, voor je troost en liefde, en voor alle mooie zonsondergangen die je me gegeven hebt. Dank aan de beschermengeltjes die me al die jaren veilig door het verkeer geloodst hebben. Dank aan alle boeddha’s, bodhisattva’s, kami, heiligen, profeten en God weet wat, voor jullie hulp en compassie en wijze woorden. Dank aan de vogels voor hun lied, de bloemen voor hun kleuren, de zee voor haar schoonheid. Dank aan Sinterklaas, voor alle mooie cadeaus en gedichten die ik de afgelopen kwart eeuw heb mogen ontvangen. En natuurlijk dank aan Brompje, de liefste teddybeer van de wereld – jij ook gefeliciteerd met je 25e verjaardag.

Dank aan mijn broertje, voor alle tijdloze uren die we samen hebben doorgebracht terwijl we met de knuffels of met de lego speelden, voor de kerstmissen in Londen, voor de kameraadschap. Dank aan mijn zusje, voor de fijne gesprekken van de afgelopen jaren, voor je humor, voor je cocktails. En, bovenal, dank aan mijn ouders – voor alles. Jullie hebben me al die jaren zoveel gegeven, dat ik de woorden om jullie te bedanken niet kan vinden. Er zijn geen woorden die zo diep gaan.

Dank, muze, dat ik mag schrijven. Geef me de moed om er eens iets serieus mee te doen.

Bedankt, lezer, voor het lezen. Ik wens u alle goeds.